topmenu

Archive | Nieuwsartikels

Nieuw oldtimerstatuut motor- en bromfietsen vanaf 30 juni 2014

Vanaf 30 juni 2014 gaat het nieuwe oldtimerstatuut in voege voor motor- en bromfietsen. Tot dan geldt voor motoren en bromfietsen nog steeds het oude statuut.  Daarbij mogen deze voertuigen slechts uitzonderlijk op de openbare weg gebruikt worden voor proefritten binnen een straal van 25 km, tussen zonsopgang en -ondergang, en in het kader van een behoorlijk toegelaten manifestatie of om zich naar deze manifestatie te begeven.

Het nieuwe statuut is van toepassing op de voertuigen die meer dan 25 jaar geleden in dienst werden gesteld en die zijn ingeschreven met een O-plaat.

Het nieuwe oldtimerstatuut is volledig in overeenstemming met het oldtimerstatuut voor andere voertuigen:

Leeftijd van de oldtimer: De minimumleeftijd is vastgelegd op 25 jaar.

Gebruik oldtimer: Tot 30 juni 2014 geldt voor motoren en bromfietsen nog steeds het oude statuut waarbij de voertuigen slechts uitzonderlijk op de openbare weg gebruikt mogen worden voor proefritten binnen een straal van 25 km, tussen zonsopgang en -ondergang, in het kader van een behoorlijk toegelaten manifestatie, of om zich naar deze manifestatie te begeven.

Vanaf 1 juli 2014. Met de komst van het nieuwe statuut mogen oldtimermotoren en -bromfietsen, net als de andere categorieën oldtimervoertuigen, ook gebruikt worden buiten de context van behoorlijk toegelaten manifestaties. Men kan nu met een oldtimer dag en nacht rijden.

Gebruiksbeperkingen: deze zijn dezelfde als voor de voertuigen met O-plaat. Oldtimermotoren en -bromfietsen mogen dus ook niet gebruikt worden voor:

  • commercieel en professioneel gebruik;
  • woon-werkverkeer en woon-schoolverkeer;
  • bezoldigd vervoer en met bezoldigd vervoer van personen gelijkgesteld gratis vervoer;
  • gebruik als werktuig of werkmiddel, alsook voor interventieopdrachten.

Voor voertuigen met rupsbanden is het gebruik beperkt tot oldtimermanifestaties en proefritten binnen een straal van 3 km vanaf de stallingsplaats van het voertuig.

Continue Reading

Gestandaardiseerd risicolabel voor financiële producten vanaf juni 2015

label Financiële producten die in België gecommercialiseerd worden aan niet-professionele cliënten, krijgen vanaf 12 juni 2015 een gestandaardiseerd risicolabel. De technische vereisten van dit risicolabel zijn vastgelegd in een reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). Dit reglement werd goedgekeurd via een koninklijk besluit dat gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad.

De invoering van een risicolabel komt tegemoet aan een vraag die gerezen was in de nasleep van de financiële crisis en onder meer tot uiting kwam in het federale regeerakkoord van 2011 en in de aanbevelingen van de Dexia Commissie.Het risicolabel geeft de risicograad van spaar- en beleggingsproducten op een zeer gestandaardiseerde wijze weer. Dit moet niet-professionele cliënten in staat stellen een eerste zicht te krijgen op de risicograad van een product.

Het reglement legt de criteria vast om spaar- en beleggingsproducten onder te brengen in een van de vijf risicoklassen van het risicolabel. Rode draad van deze criteria is de mate van risico om de inleg op de eventuele vervaldag niet te recupereren. De hoofdlijnen van de classificatie zijn als volgt:

  • klasse 1: financiële producten in euro die vallen onder de depositobescherming die wordt georganiseerd door een zeer kredietwaardige lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) en schuldinstrumenten in euro die rechtstreeks door een dergelijke lidstaat worden uitgegeven (bijvoorbeeld een spaar- of termijnrekening of een tak 21 verzekeringscontract van een Belgische kredietinstelling of verzekeringsonderneming);
  • klasse 2: financiële producten in euro die voorzien in de terugbetaling van de inleg na maximaal 10 jaar uitgegeven door een kredietwaardige schuldenaar (bijvoorbeeld een obligatie op 8 jaar uitgegeven door een vennootschap met een investment graderating);
  • klasse 3: financiële producten in euro zonder kapitaalbescherming maar met risicospreiding en beperkte volatiliteit en klasse 2 producten met langere looptijd dan 10 jaar of die voorzien in de terugbetaling van minstens 90 procent van de inleg (bijvoorbeeld een recht van deelneming in een geharmoniseerd beleggingsfonds met volatiliteitsindicator SRRI 3);
  • klasse 4:  financiële producten die niet specifiek zijn toegewezen aan klasse 1, 2, 3 of 5 (bijvoorbeeld een aandeel, een achtergestelde obligatie of een obligatie in een vreemde munt);
  • klasse 5: derivaten en gelijkgestelde producten (bijvoorbeeld CFD’s en opties).

Daarenboven bepaalt het reglement van de FSMA hoe het risicolabel eruit moet zien. De voorstelling van het label is geïnspireerd op het energielabel voor elektrische toestellen. De vijf risicoklassen worden telkens weergegeven via gekleurde pijlen (zie illustratie onderaan). Het risicolabel werd getest bij een consumentenpanel. Dat oordeelde dat het risicolabel beantwoordt aan een consumentenbehoefte en ertoe zal bijdragen om de consument beter te informeren en te beschermen.

De opname van het risicolabel in de publiciteit en eventueel in de informatiefiche opgesteld in het kader van de commercialisering van een spaar- of beleggingsproduct aan niet-professionele cliënten in België wordt opgelegd via een koninklijk besluit. Dat koninklijk besluit betreffende bepaalde informatieverplichtingen bij de commercialisering van financiële producten bij niet-professionele cliënten zal in werking treden één jaar na zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad, te weten op 12 juni 2015. Wikifin.be zal te gepasten tijde aangepast worden om de consument in te lichten over de werking van het risicolabel.

bron http://www.fsma.be

[1] Koninklijk besluit van 25 april 2014, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 12 juni 2014.

[2]  De Bijzondere Commissie opgericht binnen de Kamer van Volksvertegenwoordigers en belast met het onderzoek naar de omstandigheden die tot de ontmanteling van de NV Dexia hebben geleid, heeft in haar verslag van 23 maart 2012 aanbevolen om de consument te helpen bij de beoordeling van de productgerelateerde risico’s door de instelling van keurmerken (Parl. St., Kamer, 2011-2012, nr. 53 – 1862/002, p. 410)

Continue Reading

Hagelschade Pinksterweekend 7 & 8 juni 2014

11840De uitzonderlijke weersomstandigheden van 7 en 8 juni hebben ernstige hagelschade aangericht aan heel wat voertuigen, woningen en bedrijven. Heeft u schade geleden? We doen er alles aan om uw zo goed en zo snel mogelijk te helpen.

Ben ik verzekerd voor de gevolgschade van hagelschade?

1/ Schade aan uw wagen: indien u een grote omnium of kleine (mini) omnium heeft afgesloten is de schade door hagel aan uw voertuig steeds  verzekerd. Ook de mogelijke glasbraak als gevolg hiervan is verzekerd. U betaalt ook geen vrijstelling. De volledige schade wordt dus gedragen door de verzekeraar (behalve terugvorderbare BTW voor bedrijfsvoertuigen).

2/ Schade aan uw woning: indien u een brandverzekering heeft onderschreven,  dan geniet u de waarborg “storm en hagel”. Met deze waarborg wordt de gevolgschade aan uw woning evens gedekt. Voor schade aan tuinmeubilair en andere schade dan deze aan uw woning, raadpleeg de bijzondere voorwaarden of contacteer ons.

3/ Schade aan uw bedrijf / serres, oogsten en gewassen: Schade aan uw gebouwen, luifels en uithangborden vallen normaliter eveneens onder de waarborg “storm en hagel”, behoudens anders gespecificeerd in uw contract. Speciale en uitzonderlijke risico’s genieten aangepaste contracten. Raadpleeg de bijzondere voorwaarden of contacteer ons.

Heeft u schade opgelopen? Welke stappen dien ik te ondernemen?

  • Contacteer ons zo spoedig mogelijk. We openen een schadedossier en afhankelijk van de opgelopen schade en/of ernst van de schade passen we onmiddellijk nodige stappen toe.
  • Probeer de schade te beperken en neem maatregelen om de gevolgschade zo veel mogelijk te beperken. U kan de brandweer inschakelen of professionele hulp inroepen van uw vakman. Deze kosten worden toegevoegd aan uw schadedossier en bijgevolg terugbetaald door de verzekeraar.
  • Neem foto’s van de opgelopen schade.
  • Maak een opgavestaat van de opgelopen schade, vraag bestekken op bij uw vertrouwde vakman.
  • Vooraleer u beschadigde voorwerpen verwijderd of tot definitieve herstelling overgaat, vraag ons akkoord hiervoor. Mogelijks stelt de verzekeringsmaatschappij een expert aan die de schade komt opmeten.

 

Continue Reading

Nieuwe wet voor begunstigingsclausules van levensverzekeringen

Als u een levensverzekering onderschrijft, duidt u een begunstigde bij leven en bij overlijden aan. Deze persoon zal op einddatum van het contract of bij overlijden van de verzekerde het verzekerde kapitaal ontvangen. U kunt ook meerdere begunstigden aanduiden.

De wet van 10 december 2012 heeft een aantal belangrijke gevolgen voor de begunstigingsclausules van levensverzekeringen. Een overzicht van wat er precies verandert. ​

Wat is de impact van de nieuwe wet op uw levensverzekering?

Als u een levensverzekering onderschrijft, moet u in het contract een of meerdere begunstigden aanduiden.
Daarmee bepaalt u wie het kapitaal van de levensverzekering zal ontvangen:

  • de begunstigde bij leven ontvangt het kapitaal als de verzekerde nog in leven is op de einddatum van het contract;
  • de begunstigde bij overlijden ontvangt het kapitaal als de verzekerde overlijdt vóór de einddatum van het contract.

U kunt ook een tweede of zelfs derde begunstigde aanduiden (de subsidiaire begunstigde) aan wie het kapitaal toekomt als de eerste begunstigde al overleden is op het moment dat de verzekerde overlijdt of het contract op einddatum komt.

Geen specifieke begunstigde aangeduid?

Wie geen specifieke begunstigde wil aanduiden, kan kiezen voor een meer algemene oplossing:

de begunstigingsclausule “de nalatenschap”:

  • het kapitaal wordt dan uitgekeerd volgens de wetsregels van toepassing op de nalatenschap;
  • als de overledene een testament heeft opgesteld, gebeurt de verdeling van het kapitaal van de levensverzekering volgens dat testament.

de begunstigingsclausule “de wettige erfgenamen”

  • het kapitaal wordt overgemaakt aan de wettige erfgenamen van de overledene. Elk van hen ontvangt een gelijk deel;
  • het bestaan van een testament verandert niets aan de begunstigingsclausule, tenzij het testament is opgemaakt na de keuze van de begunstigingsclausule en expliciet de verdeling van de levensverzekering vermeldt.

Welke gevolgen zijn er voor uw contract? Wat zegt de nieuwe wet?

De nieuwe wet is van kracht sinds maart 2012 en bepaalt het volgende:

“Wanneer de wettelijke erfgenamen als begunstigden worden aangewezen zonder bij name te zijn vermeld, is, onder voorbehoud van tegenbewijs of andersluidend beding, de verzekeringsprestatie verschuldigd aan de nalatenschap van de verzekeringnemer.”

Hebt u de “wettelijke erfgenamen” aangeduid als begunstigden, zonder hun namen te vermelden? Dan zal het kapitaal bij overlijden worden overgemaakt aan uw nalatenschap.

Een voorbeeld

Marie heeft geen kinderen. Ze heeft een neef, Marcel, met wie ze geen contact meer heeft. Met de jaren heeft ze een hechte vriendschap opgebouwd met haar buurvrouw Louise. Marie heeft daarom haar testament opgemaakt ten gunste van Louise, aan wie ze haar volledige vermogen wil overdragen.

Marie heeft een deel van haar spaargeld in een levensverzekering belegd. Het contract bepaalt dat in geval van overlijden, het kapitaal van de levensverzekering toekomt aan een echtgenoot, bij gebrek daaraan, aan de nakomelingen en bij gebrek daaraan, aan de wettige erfgenamen. Bij het overlijden van Marie is de begunstigde van de verzekering haar neef Marcel, terwijl ze in haar testament duidelijk haar bedoeling kenbaar had gemaakt om haar vermogen over te dragen aan haar buurvrouw Louise. Om deze discussies te vermijden voorziet de nieuwe wet in een clausule ten gunste van de “wettige erfgenamen” en volgt de verdeling van het kapitaal voortaan de nalatenschap, tenzij het anders is bepaald.

Welke gevolgen zijn er voor uw contract?

1. Voor individuele levensverzekeringen (voor particulieren)

U hebt uw contract onderschreven vóór 5 maart 2012 en u hebt de “wettige erfgenamen” aangeduid als begunstigden:

  • U wilt dat uw nalatenschap begunstigde is van uw contract: In dat geval hoeft u niets te doen. Vanaf 5 maart 2014 zal het verzekerde kapitaal na uw overlijden overgemaakt worden aan uw nalatenschap. Opgelet! Als het verzekerde kapitaal bij overlijden betaald zou worden vóór 5 maart 2014 zal het nog worden overgemaakt aan de wettige erfgenamen. U kunt dat vermijden door de begunstigingsclausule van uw contract aan te passen.
  • U wilt dat de ‘wettige erfgenamen’ de begunstigden blijven van uw contract, zelfs na 5 maart 2014:

Dan moet u de begunstigingsclausule van uw contract bij overlijden wijzigen, door er te preciseren dat u niet wilt dat artikel 110/1 erop van toepassing is.

  • U wilt een andere ‘begunstigde bij overlijden’ aanduiden:

Op elk moment kunt u de begunstigde van uw contract wijzigen door een aanvraag tot wijziging van de begunstigingsclausule in te dienen.

  • U hebt uw contract onderschreven na 5 maart 2012: U hebt uw wettige erfgenamen aangeduid als begunstigden van uw contract: Het nieuwe wetsartikel is van toepassing op uw contract. Dit betekent dat het verzekerde kapitaal bij overlijden zal worden betaald aan uw nalatenschap. U wilt dat de wettige erfgenamen de begunstigden zijn van uw contract: U moet uitdrukkelijk in uw contract vermelden dat u niet wilt dat artikel 110/1 van toepassing is op uw contract. Als dat nog niet vermeld is, moet u de begunstigingsclausule van uw contract wijzigen.

2. Specifiek voor de producten tweede pijler (zelfstandigen en loontrekkenden):

  • U bent zowel verzekeringnemer als verzekerde van uw contract en de begunstigingsclausule vermeldt uw “wettige erfgenamen”:
    De bovenstaande principes voor de producten voor particulieren zijn ook in deze situatie geldig, net als de wet en de toepassing ervan in de tijd.
  • U bent de verzekeringnemer maar niet de verzekerde van het contract en de begunstigingsclausule vermeldt de “wettige erfgenamen”:
    De bovenstaande principes voor de producten voor particulieren zijn ook in deze situatie geldig, net als de wet en de toepassing ervan in de tijd.
    U moet bij de principes wel lezen “de wettige erfgenamen van de verzekerde” en “de nalatenschap van de verzekerde” ter vervanging van “de wettige erfgenamen van de verzekeringnemer” en “de nalatenschap van de verzekeringnemer”.
    Als verzekeringnemer moet u de verzekerde informeren van de inhoud van de wet: Zijn de wettige erfgenamen aangeduid als begunstigden? Dan is de wet van toepassing en zal het overlijdenskapitaal worden uitgekeerd aan de nalatenschap van de verzekerde.
    Wil de verzekerde niet dat zijn nalatenschap het overlijdenskapitaal ontvangt? Dan moet hij een wijziging vragen van de begunstigingsclausule.
  • U als werkgever of uw vennootschap heeft een pensioentoezegging voor uw loontrekkende werknemers onderschreven: Een groepsverzekering wordt door de werkgever onderschreven. Hij is dus de verzekeringnemer, en in deze hoedanigheid duidt de werkgever in principe ook de begunstigde aan. Als de “wettige erfgenamen” zijn aangeduid als begunstigde, kunt u als werkgever beslissen om de begunstigingsclausule al dan niet aan te passen.
    U moet de aangeslotenen van de groepsverzekering hierover informeren. Als u de clausule niet aanpast, zal de verzekeraar het overlijdenskapitaal aan de nalatenschap van de werknemer betalen.
    Als het pensioenreglement van uw groepsverzekering vermeldt dat de werknemer zelf een begunstigde kan aanduiden, moet u als werkgever de aangeslotenen informeren over de inhoud van de wet.
    Als de werknemer zelf de “wettige erfgenamen” als begunstigde heeft aangeduid, zal de wet ook van toepassing zijn. Het overlijdenskapitaal zal aan de nalatenschap van de werknemer betaald worden. Als de werknemer dit niet wil, moet hij de begunstigingsclausule laten aanpassen.

Op welke begunstigingsclausules is de wet van toepassing?

De wet is van toepassing op alle begunstigingsclausules waarin u uw ‘wettige erfgenamen’ als begunstigde hebt aangeduid, zelfs als deze aanduiding werd aangevuld zoals in ‘wettige erfgenamen, in gelijke delen’, ‘wettige erfgenamen ten persoonlijke titel’, ‘wettige erfgenamen, bloedverwante van de verzekeringsnemer tot in de tweede graad’. De wet is ook van toepassing op fiscale contracten die in de begunstigingsclausule ‘wettige erfgenamen’ vermelden. In al deze gevallen wordt het verzekerde kapitaal bij overlijden uitgekeerd aan uw nalatenschap.

Als u niet wilt dat uw nalatenschap de begunstigde is van uw contract, moet u de begunstigingsclausule in uw contract wijzigen. U bent wel de verzekeringnemer van het contract, maar niet de verzekerde: in dat geval zal het kapitaal enkel worden gestort bij overlijden van de verzekerde.

Als de begunstigingsclausule de ‘wettige erfgenamen van de verzekerde’ aanduidt, zal het verzekerde kapitaal worden betaald aan de nalatenschap van de verzekerde.

Als u niet wilt dat het verzekerde kapitaal betaald wordt aan de nalatenschap van de verzekerde, moet u de begunstigingsclausule in uw contract laten wijzigen.

Hoe wijzigt u de begunstigingsclausule van uw contract? Een wijziging van begunstiging moet gebeuren via een specifiek document dat u moet dateren en ondertekenen. Hiervoor gaat u het best langs bij uw verzekeringsadviseur. Hij zal u graag helpen om de clausule van uw levensverzekeringscontract te laten aanpassen.

Voor meer informatie kunt u ook de brochure van Assuralia (de beroepsvereniging van de verzekeringsondernemingen) raadplegen.

Bron www.aginsurance.be

Continue Reading

Nieuwe regels voor het motorrijbewijs vanaf 01/05/2013

Naar een Europese richtlijn met de bedoeling het aantal motorongevallen terug te dringen, treden op 1 mei 2013 een aantal wijzigingen in werking voor het behalen van een motor- en bromfietsrijbewijs.* Ik zet de belangrijkste op een rijtje.

Nieuwe categorieën

  • AM: de oude categorie A3 (bromfietsen met een maximale snelheid van 25 tot 45 km/u)
  • A1: tweewielers met maximaal 125 cc en 11 kW en een vermogens/gewichtsverhouding kleiner dan 0,1 kW/kg en driewielers tot maximaal 15 kW
  • A2: tweewielers met maximaal 35 kW en 0,2 kW/kg
  • A: motorfietsen met een vermogen groter dan 35 kW en driewielers met vermogen groter dan 15 kW. Ook voor een trike >15 kW is dus een rijbewijs A nodig, behalve voor bestuurders die voor 1 mei 2013 een rijbewijs B behaalden.

Onderstaande tabel geeft de nieuwe regelgeving overzichtelijk weer*:

Rijbewijs AM Rijbewijs A1 Rijbewijs A2 Rijbewijs A
Maximale snelheid/vermogen 45 km/u 125 cc of 11 kW
of 0,1 kW/kg
35 kW
of 0,2 kW/kg
Onbeperkt
Minimumleeftijd 16 18 20 24
(22 als de kandidaat een A2 heeft)
Minimaal aantal lesuren 4 (waarvan minimaal 2 op de openbare weg) 9 (+ 3 als de kandidaat zijn examen op de openbare weg met de rijschool wil doen)

4 als de kandidaat minstens 2 jaar een rijbewijs B afgegeven ná 30/04/2011 heeft en alleen op Belgisch grondgebied wil rijden (nationale code 372 of 373 op het rijbewijs)

0 als de kandidaat een rijbewijs B afgegeven voor 1/05/2011 heeft

9 (+ 3 als de kandidaat zijn examen op de openbare weg met de rijschool wil doen)

4 als de kandidaat minimaal 2 jaar een A1 heeft

9 (+ 3 als de kandidaat zijn examen op de openbare weg met de rijschool wil doen)

4 als de kandidaat minimaal 2 jaar een A2 heeft

Examen Theoretisch examen en praktisch examen op privéterrein Alleen als de kandidaat minder dan 2 jaar over rijbewijs B beschikt Ja Ja

* Wie in 2012 een voorlopig motorrijbewijs behaalde, mag in 2013 nog examen afleggen onder de oude regeling. En wie zijn rijbewijs B behaalde vóór 1989 blijft automatisch beschikken over het motorrijbewijs

Continue Reading

Op 1 september wordt het nieuwe kentekenbewijs ingevoerd.

 

Op 1 september 2013 wordt het nieuwe kentekenbewijs ingevoerd. Dit bestaat voortaan uit twee delen: één om in het voertuig te houden en een ander om thuis te bewaren. Dit nieuwe tweedelige kentekenbewijs heeft tot doel mogelijke fraude te verhinderen.   

 
Concreet en praktisch
 
Eén deel dient te worden bewaard in het voertuig, het andere deel op een veilige plaats buiten het voertuig.
Beide delen samen zijn nodig bij de verkoop, inschrijving en herinschrijving van een voertuig.
 
Technische keuring
Voor de periodieke keuring volstaat enkel het eerste deel. Voor een keuring voor verkoop zijn de beide delen noodzakelijk. Hoe gebeurt de aflevering ?
Het kentekenbewijs wordt bezorgd door de postbode tegen betaling van € 26,00 en kan enkel worden afgeleverd op het officiële adres van de aanvrager.
 
Ingeval er ook een nieuwe kentekenplaat wordt afgeleverd, blijft de bestaande retributie van € 30,00 behouden.

 

 

Continue Reading

Rechtsbijstandverzekering, om uw rechten te vrijwaren en te doen gelden

Assuralia, de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen, en Oivo, het onderzoeks- en informatiecentrum van de verbruikersorganisaties, hebben het initiatief genomen om een brochure te publiceren die uitlegt hoe de rechtsbijstandsverzekering werkt en hoe die verzekering voor particulieren de toegang tot het gerecht waarborgt.

“Dankzij de rechtsbijstandsverzekering kan de consument financieel op zijn twee oren slapen: mocht hij in een gerechtelijke procedure verwikkeld geraken, dan zal hij kunnen terugvallen op zijn verzekering”, aldus Marc Vandercammen, algemeen directeur van het Oivo.

“De rechtsbijstandsverzekering zal op zoek gaan naar een oplossing, een minnelijk akkoord indien mogelijk, via gerechtelijke weg indien nodig, zodat de burger zijn rechten kan doen gelden en zo nodig zich kan verweren”, preciseert Philippe Colle, gedelegeerd bestuurder van Assuralia.

Om de brochure te openen, klik hier.

 

Continue Reading

Tarieven en kosten aanvraag nummerplaten 2013

De aflevering van een nieuwe kentekenplaat naar Europees model (met of zonder kentekenbewijs) kost € 30. Dit bedrag moet rechtstreeks worden betaald aan bpost (COD = Cash On Delivery = geen overschrijving mogelijk).

Er wordt enkel voor de leasingmaatschappijen of “grote afnemers” met een “prepaid”-systeem gewerkt. Deze service wordt aangeboden door bpost.

De aflevering van een kentekenbewijs is gratis.

Volgende “spoedlevering” mogelijkheden bestaan (mits betaling bijkomende vergoeding van € 80 aan bpost):

  • inschrijvingen uitgevoerd voor 12.30 u. – levering dag + 0 (voor 21.00 u.)
  • inschrijvingen uitgevoerd na 12.30 u. – levering dag + 1 (morgen voor 17 u)
 Inderdaad, enkel mogelijk via WebDIV en aan de loketten maar dan enkel voor ingevoerde voertuigen en andere transacties die via WebDIV onmogelijk zijn.

Tarifering van de commerciële platen

  • inschrijving handelaar of proefritten, alsook verbetering van gegevens die geen
    betrekking hebben op de houder (Vb.: verbetering van cilinderinhoud).75 €
  • verbetering van de gegevens in verband met de houder
    (Vb.: wijziging juridische vorm)….12,50 €
  • duplicaat beschadigd kentekenbewijs 37,50 €
  • verlenging geldigheid zonder verbetering van gegevens 12,50 €

bron http://www.mobilit.belgium.be

Continue Reading

Opgelet voor waterschades na het inzetten van de dooi

Langdurige vorst zoals de afgelopen weken kan bijzonder nefast zijn voor water- en verwarmingsinstallaties in niet-verwarmde woningen of vertrekken. U kunt dus best alert zijn voor mogelijke waterschade bij het inzetten van de dooi. Vooral de niet-beschermde of niet-geïsoleerde waterleidingen buiten de woning en water- en verwarmingsinstallaties in niet-verwarmde woningen of vertrekken kunnen beschadigd zijn door de vrieskoude.

We raden aan om attent te zijn voor lekken die meestal pas zichtbaar worden zodra de dooi inzet:

  • Tijdens de eerste dooidagen bevelen we een controle aan van alle niet-verwarmde vertrekken (zolders, kelders, tuinhuizen, garages en dergelijke) waar waterleidingen aanwezig zijn, en indien nodig een tweede controle te verrichten. Zo hebben de eigenaars of huurders van een woning de kans om een eventueel lek snel te ontdekken en in te grijpen en indien nodig een vakman op te roepen om uitbreiding van de schade te vermijden.
  • We vestigen ook de aandacht op de kwetsbaarheid voor dergelijke schades in tweede verblijven die langere tijd onbewoond en onverwarmd bleven, net als in studentenkoten die begin februari vaak verlaten zijn omwille van de vakantieperiode aan universiteiten en hogescholen.

De betrokken eigenaar, huurder of syndicus gaat tijdens de eerste dooidagen best eens langs om de staat van die woningen te controleren.

Continue Reading